Home » Exotisch Fruit » Watermeloen
Watermeloen
✔️ Geschikt om te bakken
✔️ Versterkt het immuunsysteem
✔️ Rijk aan lycopeen
De citrullus lanatus meloen, ook wel watermeloen, is een eenhuizige plant met kruipende stengels.
Watermeloen wordt gekweekt voor het zomerseizoen en bevat een hoog watergehalte en een zoete smaak. De plant heeft zachte, harige stengels die over de grond groeien.
De bladeren hebben gegroefde bladstelen en hebben de vorm van een hand.
De exotische vrucht is een peponidebes met variërende vormen waardoor ze op een pompoen lijken.
Aangezien ze in vele vormen groeien verschilt het gewicht van de meloenen enorm. Zo heb je meloenen die 400 gram wegen maar ook meloenen die tot wel 15 kilogram kunnen wegen.
Herkomst
Zoals vrijwel alle meloenen vindt ook de watermeloen haar oorsprong in het middellandse zeegebied en West- Azië maar wordt tegenwoordig op meerdere plekken verbouwd.
Watermeloenen zijn een uiterst geschikte vrucht voor de Nederlandse moestuinen.
Begin op tijd met het ontkiemen maar het is mogelijk om de vrucht succesvol te laten groeien.
Smaak
De watermeloen is een zoete meloen met ‘de naam zegt het al’ veel water in het vruchtvlees. Het vruchtvlees is rood en heeft een iets wat draderige structuur dan de andere meloenen.
Bewaren
Bewaar meloenen nooit in de koelkast dit verstoort het na rijpingsproces van de vrucht!
Rijpe meloenen kun je het best zo snel mogelijk consumeren omdat deze al gauw een zompige structuur krijgen.
Wil je toch langer genieten van deze tropische vrucht? Dan kun je hem het best snijden en de stukjes 1 à 2 dagen in koelkast bewaren. Let op: Doe dit alleen met rijpe meloenen.
Gezondheidsvoordelen
Rijk aan vitamine C
Bevat krachtige antioxidanten
Hoog kalium gehalte
Goed voor de spijsvertering
Hydrateert het lichaam
Lees hier de uitleg van de gezondheidsvoordelen.
Voedingswaarde
Per 100 gram
Energie (kcal) | 32Kcal |
Koolhydraten | 7,2 gr |
– Waarvan suikers | 7,2 gr |
Vetten | 0 gr |
– Waarvan verzadigd | 0 gr |
Vezels | 0,5 gr |
Eiwitten | 0,6 gr |
Zout | 0,05 mg |
Bron: Voedingscentrum